Begin 1933 vaart De Zeven Provinciën, een pantserschip van de Nederlandse marine, door de Indische wateren als er muiterij uitbreekt. Dat veroorzaakt zowel in Nederland als Nederlands-Indië grote opschudding. Na zes dagen maakt de regering er een einde aan door een bom op het schip te gooien. Er zijn drieëntwintig doden en veel gewonden. Opvarenden worden gearresteerd en krijgen zware gevangenisstraffen. Een van die opvarenden is Antoon de Graaf, vader van de auteur.