In 1816 werd Aegidius van Braam door koning Willem I in de adelstand verheven. Niet omdat hij uit een aanzienlijk geslacht stamde, ook niet omdat zijn vrouw Sophia Henriette Thierens van adel was, maar vanwege zijn grote verdiensten voor het vaderland. In 1939 overleed de laatste adellijke Van Braam in Jogjakarta. Sophie van Braam, kleindochter van de witte in Gorinchem geboren Aegidius, was een gekleurde Indische vrouw.
De zoektocht van Egbert Fortuin naar de geschiedenis van deze familie Van Braam, hun nazaten en andere Indische adellijke families voert naar de hogere kringen van Nederland en Nederlands-Indië. Zijn boek opent een wereld van kolonialisme, van avontuur en rijkdom, van racisme, slavernij en wreedheid, maar ook van verdriet en weemoed naar vroeger. Van witte en donkere jonkheren en jonkvrouwen en van Indonesische vrouwen die soms wel en soms niet getrouwd waren met hun man, maar altijd een hoofdrol speelden in de familieverhalen.