In de zomer van 1666 trouwde Ursula Philippota van Raesfelt, erfgename van het Gelderse goed Middachten, met Godard van Reede-Ginkel, erfgenaam van het Utrechtse goed Amerongen. Het was een vruchtbare verbintenis. Het echtpaar kreeg maar liefst vijftien kinderen, die, op twee na, allemaal de volwassen-heid bereikten.
De Van Reede-Ginkels leefden in een roerige tijd. De Repu-bliek was op het hoogtepunt van haar macht, maar het was niet alles goud wat blonk. Als militair bij de ruiterij in het Staatse leger was Godard betrokken bij de vele oorlogen waarin het land tussen 1672 en 1713 verwikkeld raakte. Zijn grote inzet bracht hem uiteindelijk veel roem. Op het thuisfront streed Philippota intussen haar eigen strijd. De verhouding met haar schoon-moeder was moeizaam, zeker door de bemoeienissen van de vrouwe van Amerongen met haar grote gezin. Dat Philippota een vurig aanhangster was van het katholieke geloof, maakte hun verhouding er niet beter op.