Op 29 juli 1774 werden de 54-jarige Johan Godard Biertempel en zijn dochter Keesje veroordeeld wegens incest. Hij werd gewurgd, zij kreeg vijftig jaar tuchthuis. Johan, een gewezen zeeman en militair, was plantage-eigenaar in Suriname. Bij een overval door weggelopen slaven werd zijn vrouw vermoord, waarna hij zijn 17-jarige dochter uit een eerder huwelijk uit Nederland haalde en haar in de daaropvolgende jaren dwong tot seks. Na enkele jaren verkocht hij zijn plantage, keerde terug naar Nederland en werd lid van het stadsbestuur in Helmond. Toen Keesje zwanger van hem raakte, werden beiden gearresteerd. Omdat de drossaard voor veel smeergeld alles in de doofpot wilde stoppen greep de Raad van Brabant in.