Rond de eeuwwisseling vond een omslag plaats in de uniformen van koloniale legers. Men stapte af van opvallende kleuren en ging over op kaki of dril. Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) verruilde in 1911 het vertrouwde blauwe velduniform voor grijsgroen en werd daarmee koploper in Zuidoost-Azië. Buitenlandse koloniale legers volgden dertig jaar later. In Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger beschrijft Tristan Broos alle verschillende uniformen, hoofddeksels en uitrustingsstukken van het KNIL en de militaire luchtvaart. Ook de over- en onderkleding, lederen uitrusting en schoenen worden niet vergeten. De uitgave is rijk geïllustreerd met 1065 afbeeldingen in kleur en zwartwit.