In een hoekje van de begraafplaats van de Nederlands-hervormde kerk in Deurne ligt het graf van een Duits-Joodse jongen: Erwin Michael Joseph, die in september van het jaar 1942, een week voor zijn zeventiende verjaardag, in de bossen bij Deurne werd vermoord. Op de deksteen van het graf staat een Engelse tekst, waarvan de Nederlandse vertaling luidt: ‘Joodse vluchteling voor het nazisme vermoord door mannen die bescherming beloofden. Zijn ouders bleven in leven, ondergedoken bij plaatselijke inwoners’.
In Moord op een onderduiker schetst historicus Henny Brand-horst de toedracht van de dood van Michael. Tevens doet hij verslag van de speurtocht naar de oorlogsgeheimen van zijn vader, Henk Brandhorst, de man die na de oorlog tot zes jaar gevangenisstraf werd veroordeeld voor de moord op Michael. Tijdens zijn zoektocht ontdekte hij dat zijn vader niet alleen een actieve rol speelde in het gewapend verzet, maar ook betrokken was bij meerdere vlucht- en onderduikpogingen van Joden die wilden ontsnappen aan deportatie. Sommige van die pogingen waren succesvol, andere kenden een minder goede afloop, met de gruwelijke dood van een 16-jarige jongen als tragisch dieptepunt. Hoe heeft het zover kunnen komen? Dat is de centrale vraag waarop dit boek een antwoord wil geven.