Sinds de oprichting van de reddingsmaatschappijen in de
negentiende eeuw, worden schipbreukelingen door een
toegewijde organisatie de helpende hand geboden. Maar
is het juist te veronderstellen dat schipbreukelingen voor
die tijd aan hun lot werden overgelaten?
Al vanaf de achttiende eeuw komt er meer aandacht voor het redden van mensen. Dankzij nieuwe regelgeving en
wetenschappelijke publicaties groeit de kennis over hoe
men een drenkeling snel en veilig aan wal kan krijgen.
Maar waren de omstanders aan de kust – dichtbij de plek
waar de meeste scheepsrampen zich voltrokken – ook
bekend met de nieuwe inzichten?
Aan de hand van een aantal scheepsrampen op de rede rondom Texel, een belangrijk handelsknooppunt in de
achttiende eeuw, wordt in dit boek onderzocht wat men
werkelijk wist van verdrinkingspreventie. Hoe verliepen
de reddingen van de schipbreukelingen? Wie waren erbij
betrokken? Wat gebeurde er met de verdronkenen en
was er zorg voor de nabestaanden? Redden op de rede biedt een heldere en boeiende kijk
op het reddingswezen in de Waddenzee voordat het zijn
georganiseerde vorm kreeg.