Pieter van Oort, geboren in 1804 in Utrecht, was een van de meest getalenteerde Nederlandse tekenaars van dieren en planten van zijn tijd. In opdracht van koning Willem I vertrok hij in 1825 naar de toenmalige Nederlandse koloniën in Zuidoost-Azië, om daar in dienst van de Natuur-kundige Commissie de flora en fauna vast te leggen. Met de natuuronder-zoekers van de Commissie reisde Van Oort tot zijn dood in 1834 rond in de regio, waar zij duizenden specimens verzamelden, beschreven en tekenden voor het net in Leiden opgerichte Rijksmuseum van Natuurlijke Historie.
Kunstenaar op Sumatra bevat de volledige transcripties van de dagboeken die Pieter van Oort bijhield tijdens zijn reizen op Sumatra in 1833 en 1834. In deze turbulente jaren schrijft hij uitgebreid over zijn belevenissen en ontmoetingen, over de natuur, cultuur en lokale gebruiken, maar ook over het oorlogsgeweld tijdens de eindfase van de Padri-oorlogen, waar hij en zijn reisgenoten in terechtkwamen.
De verslaglegging van Van Oorts latere reizen op Java (1825 - 1833) is te vinden in deel 119 in de reeks van de Linschoten-Vereeniging:
Kunstenaar op Java.