In Overijssel brak na het einde van de Opstand tegen Spanje een nieuwe oorlog uit. In een conflict over de machtsverdeling in het gewest kwamen Deventer en Zwolle in 1654 lijnrecht tegenover elkaar te staan. Deventer wist zich gesteund door Twente, Zwolle door Salland en Vollenhove, en aanvankelijk ook door het stadsbestuur van Kampen. Doordat beide partijen vasthielden aan hun eigen gelijk, werd een burgeroorlog onvermijdelijk. Met als dieptepunt het beleg van Hasselt (1657) waarbij tientallen doden vielen en vele huizen schade opliepen.
Het conflict werd vooral in de media uitgevochten. Met een bombardement van drukwerk trachtten de strijdende bestuurders het publiek voor zich te winnen. Dat leidde tot de eerste mediaoorlog van Overijssel, die twintig jaar duurde en nooit eerder is onderzocht. In dit boek analyseert de auteur hoe de regenten te werk gingen. De Deventer tekstschrijvers toonden zich de beste spindoctors door gebruik te maken van een dubbele woordvoering. Hun redelijke argumenten publiceerden zij onder naam, hun emoties anoniem. Woede, spot, verontwaardiging en sarcasme: geen middel lieten zij onbeproefd om de tegenpartij in diskrediet te brengen.