Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog stelde de LVA niets voor. De eerste militaire vliegtuigen, Farmans HF.20, waren eenvoudige constructies van hout, bamboe, linnen en spandraden. De motoren waren zwaar en hadden weinig vermogen. De prestaties waren gering. De eerste vliegtuigen waren onbewapend en werden in eerste instantie als lesvliegtuig en verkenner ingezet. Het aantal vliegtuigen was klein.
De LVA, en later ook de MLD, konden slechts zeer beperkt vliegtuigen kopen in het buitenland. Gevechtsvliegtuigen die geïnterneerd werden, versterkten de Nederlandse luchtmacht marginaal. Het grootste probleem was dat er geen lesvliegtuigen waren. Deze werden in Zweden en Amerika gekocht. Uiteindelijk maakte Trompenburg een 'eigen' lesvliegtuig. In het niet-industriële Nederland was de bouw van deze Spijker V.2 een geweldige stap vooruit.
Toen Anthony Fokker in 1919 vanuit Duitsland naar Nederland kwam, nam hij zijn robuust en betrouwbaar vliegtuigen mee. De motoren hadden grote vermogens gekregen en de prestaties waren aanzienlijk verbeterd. De vliegtuigen waren wapens op zich geworden. De vliegtuig werden ontworpen voor een specifieke taak en konden ingezet worden als jachtvliegtuig, verkenner of bommenwerper. Aan het eind van de oorlog werd het voor leerling-vliegers gevaarlijk, om met de grote vermogens en de enorme wendbaarheid van de moderne vliegtuigen onervaren de lucht in te gaan. Zo ontstond er vraag naar speciaal als lesvliegtuig ontworpen vliegtuigen. Aan het eind van de oorlog ontwierp Fokker de V.43: Fokkers eerste schoolvliegtuig.
Bij Fokker kon je voor elk soort vliegtuig terecht. Naast de D-serie jachtvliegtuigen werd een nieuwe C-serie verkenners, B-serie vliegboten, T-serie torpedo- en bommenwerpers opgezet. Op civiel gebied startte Fokker met de F-serie passagiersvliegtuigen. Om potentiële klanten aan je te binden was het noodzakelijk om vliegers al vanaf het begin bekend te maken met je producten. Zo werd al direct na de oorlog de S-serie schoolvliegtuigen opgezet. Leerling-vliegers konden zo hun eerste lessen op de S-kisten doen en daarna overstappen op de C.I en de D.VII.
De LVA en de MLD waren de grote gebruikers van de Fokker S-kisten. In het buitenland sloegen de leskisten niet aan. Bij de MLD en de LVA kreeg een complete generatie vliegers de opleiding op de Fokker S.III en de S.IV. De toestellen werden intensief gebruikt. Ze maakten vele noodlandingen en vliegongelukken, en werden meestal weer geheel opnieuw opgebouwd. Als vervanger werd na vijftien jaar (!) de Fokker S.9 voor beide opleidingen aangekocht. De laatste drie S.9's werden na de oorlog gebouwd. Het werden Fokkers laatste tweedekkers, die nog op de oude gemengde bouwwijze werden gebouwd.