DNA-onderzoek is zo populair dat wereldwijd al zo’n honderd miljoen mensen een test hebben gedaan om meer over hun afkomst te weten. De tests onthullen echter ook familiegeheimen: buitenechtelijke relaties, adopties, verborgen genen. Waarmee levens kunnen veranderen.
Judit Neurink gaat op zoek naar haar eigen vermoede Joodse wortels en ontdekt daarbij dat DNA-onderzoek juist Joden helpt hun verloren verleden te hervinden. Want het is nog een van de weinige wegen om door de Holocaust vermiste familieleden op te sporen en om degenen die toen stierven aan de vergetelheid te onttrekken.
Daarbij speelt een rol dat door huwelijken binnen de groep en de families, Joods DNA als zodanig herkenbaar is geworden. Wat weer tot het dilemma leidt of dit DNA wel bij commerciële bedrijven moet worden getest - wetend waar misbruik van dit soort gegevens toe kan leiden.
Terwijl ze in haar eigen familie nazi’s en kruisvaarders ontdekt, laat Neurink mensen aan het woord over de gevolgen van hun DNA-test. Ze beschrijft het proces van verbazing, ongeloof, ontkenning, afschuw maar ook blijdschap. Van afwijzing door nieuw ontdekte familieleden, maar ook van bekering tot het geloof van nooit vermoede Joodse voorouders. En vraagt zich af: hebben we een doos van Pandora opengemaakt?