Ellen Warmond ging in 1955 bij het Literatuurmuseum werken omdat haar baan op een handelskantoor niet genoeg
ruimte gaf aan poëzie. De anekdote is typerend voor haar toewijding aan de literatuur, vooral aan de poëzie. Niet dat ze er
moeilijk over deed: dichten was een ambacht ‘zoals een timmerman een tafel maakt’. In Poëzie is een steen verzamelde
Anne-Marie Hoogendam een kleine honderd gedichten die een beeld geven van een bijzonder oeuvre: scherp, beheerst, en
onderhuids ook verrassend emotioneel. Haar debuut Proeftuin werd bekroond met de Reina Prinsen Geerligsprijs. in 1961
kreeg ze ook de Jan Campert Prijs (voor Warmte, een woonplaats) en in 1987 volgde, voor het gehele oeuvre, de Anna
Bijns Prijs.
Bloemlezer Anne-Marie Hoogendam was oud-collega van Warmond, en behalve een liefhebber van haar werk ook een goede vriendin.