Robert Oppenheimer was wetenschappelijk leider en organisatorisch talent van het ultrageheime Manhattan Project, dat de basis vormde voor een van de belangrijkste ontwikkelingen van de twintigste eeuw: de atoombom. Hij was een briljante, maar controversiële natuurkundige, die uiteindelijk vanwege zijn vermeende communistische sympathieën als bedreiging voor de Amerikaanse staat werd gezien en gedwongen moest aftreden als nucleair adviseur van de regering. In Splinters van de zon wordt verteld over het omstreden leven van Oppenheimer, zijn fysica, zijn interesse in poëzie en filosofie, zijn scholing in Europa, zijn banden met Nederland, de bom en over de risico’s.