In Thuis. Het drama van een sentimentele samenleving gaat Jan Willem Duyvendak in op verschillende aspecten van ons thuisgevoel. Hij betoogt dat veel van onze conflicten, frustraties én het populistische ressentiment voortkomen uit de gedachte dat we een recht hebben op thuisgevoel. Door de politisering en de grenzeloze populariteit van thuis’ raken we echter alleen maar verder van huis.
Thuis is in de mode. We zien het in de media, waar Ikea-reclames en romantische speelfilms ons eraan herinneren dat er geen plek is zoals thuis, we lezen het in de pamfletten van politieke partijen, die stellen dat ‘iedereen zich thuis moet voelen in Nederland’, en we zien het om ons heen: iedereen probeert zich een thuis te maken, in huis, in de wijk, in de stad en in de natie. En de politiek steunt burgers daar nadrukkelijk bij. Burgers moeten integreren, elkaar ontmoeten en zich verbonden voelen en identificeren met buurt, stad en land. Thuisvoelen is niet vrijblijvend, thuisvoelen is noodzakelijk en moet.
De afgelopen jaren zijn we geobsedeerd geraakt door ‘thuis’. Zeker, thuisgevoel is voor iedereen van belang, zowel voor eigenheimers als voor ‘kosmopolieten’. Maar realiseren we ons dat thuisgevoel niet alleen een insluitende maar óók een exclusieve emotie is? Dat thuisgevoel in de politiek al snel leidt tot marginalisatie en
uitsluiting van nieuwkomers?
Ook in het alledaagse leven speelt onze obsessie met thuis. Nederlanders willen per se thuis bevallen en thuis sterven. We willen ons thuis voelen in ons eigen lichaam, en zolang mogelijk thuis blijven wonen, ook als we daartoe misschien niet meer zo goed in staat zijn. Tehuizen, instellingen en professionals leggen het al snel af tegen ons thuis-sentiment. Soms met onbedoelde, onwenselijke gevolgen.