Calamiteiten komen op de vaarweg naar Rotterdam gelukkig heel weinig meer voor. Vroeger strandden schepen met de regelmaat van de klok rondom de ingang van de Nieuwe Waterweg. Veel van de in problemen gekomen schepen kwamen op de Maasvlakte terecht, andere schepen kwamen op de stranden terecht, even ten Noorden van Hoek van Holland.
De reddingboten van Hoek van Holland, Ter Heyde en zelfs Stellendam voeren met grote regelmaat uit voor hulp. De bemanningen bestonden grotendeels uit bewonderenswaardige vrijwilligers, die hun leven in de waagschaal stelden om zeelieden uit benarde omstandigheden te redden – voor enkele redders liep dat niet goed af.
Bemanningen van sleepboten deden in principe hetzelfde, maar liepen door de stevigheid van hun vaartuigen en het relatief grote vermogen van hun machines of motoren iets minder risico. Zij richtten hun aandacht primair op de schepen in problemen. Als die veilig konden worden binnengesleept leverde dat vaak een aardig bedrag op voor de rederij én de bemanning.