De Nederlandse danskunst staat in binnen- en buitenland hoog aangeschreven. Dat is te danken aan het vooruitstrevende werk van choreografen als Rudi van Dantzig, Hans van Manen en Toer van Schayk. Om het belang van hun creaties beter te begrijpen, is kennis van de westerse dansgeschiedenis onontbeerlijk. Het boek Van hofballet tot postmoderne dans voorziet hierin op uitstekende wijze. Het behandelt uitvoerig de verschillende stijlen per land in de loop van de geschiedenis. Bovendien gaat het in op de werkwijze van choreografen en hun visie op deze bijzondere kunstvorm.
Danscriticus en -historicus Luuk Utrecht (1940–2004) schreef dit danshistorisch overzicht als studieboek voor zijn studenten theaterwetenschap en tegelijk als naslagwerk voor elke Nederlandse dansliefhebber. Het is een inleiding in de geschiedenis van ballet en moderne dans, beginnend met het 16de-eeuwse hofballet en eindigend met de postmoderne dans van de late 20ste eeuw. Hierbij gaat het vooral om de artistieke ontwikkelingsgeschiedenis: de manier waarop individuele choreografen omgingen met soorten lichaamshoudingen en -bewegingen om een dansstuk te creëren. Dit standaardwerk geeft inzicht in de verschillende artistieke uitgangspunten en doelstellingen die choreografen en danstheoretici door de tijd heen verdedigden en die kenmerkend zijn voor bepaalde, belangrijk geachte stijlen of stromingen. Het boek is helder geschreven en geïllustreerd met vele zwart-wit foto's.