Het land waar ik geboren ben, Nederlands-Indië, noem ik mijn moederland. De groene overweldigende vegetatie, de kleurrijke wereld van vogels en dieren, de slingerende rivieren, de blauwe meren, watervallen, hoge bergen, de warmte, het aardse geven mij vertrouwde en koesterende gevoelens van het veelbelovende begin van mijn leven. In de bedding van het grootse en tegelijkertijd het intieme voelde ik me veilig en bemind. Mijn vaderland, Nederland of zoals men in Indië zei "Holland", is het gebied voor de meer afstandelijke en rationele zaken, zoals opleiding, carrière en de verdere ontwikkeling van mijn leven.
Tussen die twee "landen" bevindt zich een niemandsland: het Jappenkamp, ofwel de kolonisatie door Japan van Nederlands-Indië. Hiermee veranderden de normen en waarden fundamenteel. De overheerser bepaalde de dagelijkse gang van zaken. Noch Indië noch Holland speelde daarin een rol. We verbleven ineens in Japan. Plotseling eindigde de veiligheid en het koesterende van mijn beginjaren. Ontberingen, wreedheden, vernederingen, voedselgebrek, ziektes, verveling, op mezelf teruggeworpen zijn vormden de wetten van dit tijdperk.
Toen de draad van mijn niet-oorlogse leven weer opgepakt kon worden, zat ik op de boot naar het mij onbekende vaderland, waar voor mij de chaos pas echt begon. Mijn verzonken Atlantis was ingeruild voor een door mij als boosaardig ervaren spookland. Hoewel blank en blond, de taal sprekend dwaalde ik in een diepe duisternis rond.
'Migrant in het Vaderland. Van Nederlands-Indië via het Jappenkamp naar Holland' vertelt het ontroerende verhaal van Ineke van Geest.