Dit waargebeurde verhaal over de lotgevallen van een joods echtpaar en hun vrienden belicht de verschillende aspecten van het joodse verzet in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het toont de moeilijkheden die joden ondervonden in hun verzet. En het illustreert een feit dat vaak over het hoofd wordt gezien - joden lieten zich niet als makke schapen naar de slachtbank leiden, maar zij probeerden moedig de vervolging tegen te werken.
Waren mijn ogen een bron van tranen, dan zou ik dag en nacht wenen om de gevallen strijders van mijn dierbaar volk. - tekst op het Joods Verzetsmonument in Amsterdam